Voorbereidingen

• Neem helperkaarten 1 t/m 6
• Verspreid de helperkaarten 1, 2 en 3 aan het begin van het speelveld. Houdt 3 meter afstand tussen de kaarten.
• Verspreid de helperkaarten 4, 5 en 6 aan het eind van het speelveld. Houdt 3 meter afstand tussen de kaarten.

Speluitleg

• De spelers worden in twee teams verdeeld: kruimeldieven (rood) en agenten (blauw).
• De helperkaarten 1, 2 en 3 zijn de koekkruimels. De helperkaarten 4, 5 en 6 zijn de koektrommels.
• De kruimeldieven halen de koekkruimels op en brengen deze naar de koektrommel.
• De agenten proberen de kruimels af te pakken van de dieven, door een dief te tikken.
• Kruimeldieven verdienen een punt als ze een kruimel in de koektrommel stoppen. Agenten verdienen een punt als ze een kruimel afpakken.
• Agenten krijgen een 4 seconden time-out als
  ze een kruimel afpakken en kunnen dan niet tikken.
• Een kruimeldief pakt een kruimel door een kruimel- helperkaart te scannen.
• Een kruimeldief stopt de kruimel in de trommel door een koektrommel-helperkaart te scannen.
• Een agent pakt een kruimel af van een dief door de dief te tikken.
• Het team met de meeste punten wint.